6 gezondheidsfabels die je moet stoppen te geloven

Het internet is een geweldige bron om snel aan heel veel goede informatie te komen. Maar tegenover iedere goede bron, staan zeker 30 onzinartikelen. Artikelen die bepaalde feiten volledig uit hun verband hebben getrokken of hun eigen interpretatie of voorbarige conclusie hebben getrokken n.a.v. wetenschappelijke literatuur. En dan zijn er ook nog een hoop ‘wijsheden van grootmoeder’; beweringen uit de oude tijd die tot op heden in de maatschappij als waarheid worden gezien. Met dit artikel ga ik een aantal gezondheidsfabels weerleggen die je vanaf vandaag moet stoppen te geloven.

1. Ik ben niet te zwaar, maar heb ‘zware botten’

Ik dacht eigenlijk dat alleen kinderen op de basisschool deze gedacht hebben. Maar tot mijn verbazing hoor ik dit ook geregeld nog uit de mond van volwassenen komen. De botmassa van een vrouw is over het algemeen zo tussen de 9 en 11 kilo. Bij een man fluctueert het tussen de 11 en 15 kg. De verschillen in botmassa ontstaan doordat je een iets andere bouw hebt, maar ook doordat we allemaal een andere lengte hebben. Zo ben ik een hele lange vrouw (1,83 m) en zal dan ook eerder richting die 11 kilo botmassa gaan, terwijl een kleine vrouw eerder 9 kilo botmassa heeft. De botmassa kan dus zeker fluctueren van persoon tot persoon, maar het verklaart echt niet waarom de één 10 kg zwaarder is dan de ander.

2. Alles wat je eet na 20:00 uur sla je op als vet

Tenzij jouw hart, hersenen en andere lichaamsfuncties ‘s nachts een pauze houden, gaat je verbranding gewoon 24 uur door. Het is dus niet waar dat alles wat je ‘s avonds consumeert direct richting je buik of dijen gaat. Er is overigens wel wat voor te zeggen om niet teveel te eten in de avonduren (zeker als je wat gewicht kwijt wil raken). Door namelijk de nacht in te gaan met een lege maag, gaat je lichaam je eigen lichaamsvet verbranden in plaats van de energie die in de maaltijd zit.

3. Je hebt dierlijke producten nodig om gezond te zijn

Alle voedingsstoffen die in dierlijke producten zitten, zitten daar omdat het dier ze zelf heeft gehaald uit planten. Wij mensen kunnen dus prima het tussenproduct skippen en direct naar de bron gaan: plantaardige voeding. Door laag in de voedselketen te blijven, beperk je tevens je inname aan verzadigd vet, cholesterol, hormonen, dioxinen, pcb’s en andere vervuilende stoffen (zoals micro-plastics), wat juist super gunstig is. Er zijn wel wat aandachtspunten, zoals vitamine D en vitamine B12. Maar dit heeft niets te maken het tekortschieten van de voeding bij een vegan leefstijl. Vitamine D maken we namelijk allemaal onvoldoende aan door onze ligging op de aarde. En vitamine B12 komen we steeds vaker tekort doordat het micro-organisme wat vitamine B12 aanmaakt door onze ‘schone maatschappij’ niet meer voorkomt op plantaardige voeding. Dit zijn daarom geen voedingsstoffen die we enkel tekort komen bij een plantaardige leefstijl, maar een aandachtspunt voor de gehele bevolking.

4. Je kan beter niet teveel fruit eten, want dan consumeer je veel te veel suiker

Suiker is suiker, dat klopt. Maar de manier waarop we suiker vinden in producten maakt wel verschil voor je gezondheid. Zo kan je in de supermarkt een heleboel producten kopen waaraan pure suiker is toegevoegd. Je kan het zelfs los kopen in de vorm van kristalsuiker of stroop. Het is suiker wat gewonnen wordt uit een volledig product (bijvoorbeeld uit mais of een suikerbiet). Dit product wordt vervolgens zo bewerkt dat je enkel het suiker overhoudt en alle vitaminen, mineralen, vezels en andere voedingsstoffen mist. Dan heb je ook nog suiker in zijn natuurlijke vorm, zoals bij fruit het geval is. Dit suiker komt met een heleboel vitaminen, mineralen, anti-oxidanten en vezels. Deze vezels vertragen bovendien de afgifte van suiker aan het bloed, waardoor je een veel stabielere bloedsuikerspiegel hebt.

5. Je kan beter niet teveel soja consumeren, want daar zitten veel hormonen in

Je hoort nog maar al te vaak dat mensen opletten met de consumptie van hun hoeveelheid aan soja, want ‘er zouden zoveel hormonen in zitten‘. In soja zitten zogenaamde fyto-oestrogenen. Fyto-oestrogenen zijn een groep stoffen die planten aanmaken (en dus niet alleen sojabonen). Ze lijken qua molecuulstructuur op het menselijke oestrogeen, maar hebben een veel zwakkere werking. De fyto-oestrogenen kunnen zich binden aan de oestrogeenreceptoren in ons lichaam. En dit is juist heel erg gunstig, want daardoor blokkeren fyto-oestrogenen – met een veel zwakere werking – dus dat het menseigen oestrogeen kan binden aan de receptoren. Het gevolg hiervan is dat fyto-oestrogenen ook de mate waarin lichaamseigen oestrogeen klachten kan veroorzaken beperkt. Denk aan klachten als prostaatklachten, overgangsklachten of PMS. Het verlaagt tevens het risico op borstkanker.

6. Je moet om de drie uur eten om de verbranding op gang te houden

Om de zoveel uur eten ‘om de verbranding op gang te houden’. Want als je niet om de zoveel uur eet, stopt je lichaam met verbranden? Alsof voedsel naar binnen werken een voorwaarde is om je hersenen actief te houden en je hart te laten kloppen. Onzin natuurlijk. Sterker nog: het is heel erg gunstig voor je gezondheid om drie á vier grote maaltijden te consumeren in plaats van de hele dag door kleine beetjes te eten. Allereerst is het mentaal gewoon makkelijker. Je kan jezelf namelijk drie keer goed vol eten in plaats zes keer minder te eten dan je eigenlijk zou willen. Daarnaast is het ook lichamelijk gezond. Je lichaam is namelijk niet de hele dag bezig met vertering, waardoor er meer energie kan naar herstel.